Wij maken gebruik van cookies om de website goed te kunnen laten functioneren. Lees onze Privacyverklaring voor meer informatie.

Ontwikkeling leefgebied voor de boomkikker in het Noorderbos

Gepubliceerd op 28-02-2018 door Kees Mudde in Noorderbos en Zandleij

Het gaat nog niet goed met de populatie van boomkikkers in de provincie Noord-Brabant. 3 april wordt begonnen met het ontwikkelen van een leefgebied voor de boomkikker in het Tilburgse Noorderbos.

Aanleiding

In het Noorderbos wordt op 3 april 2018 gestart met werkzaamheden om een leefgebied voor de boomkikker te ontwikkelen. In Noord-Brabant resteerden slechts drie geïsoleerde leefgebieden van de boomkikker. Vanwege deze kwetsbare situatie, zijn vanaf 2009 boomkikkers geherintroduceerd in vijf voormalige leefgebieden. Inmiddels weten de dieren al op eigen kracht nieuwe gebieden te koloniseren. Dit is een verheugende ontwikkeling, want hierdoor kunnen er op korte termijn satellietpopulaties rondom de nieuwe leefgebieden ontstaan. Om deze ontwikkelingen te faciliteren wordt steeds meer ingezet op de ontwikkeling van verbindingszones en zogenoemde stapstenen. In overleg met gemeente Tilburg is het Noorderbos als belangrijk gebied in dit ecologische netwerk in beeld gekomen. De historische leefgebieden de Brand en de Leemputten, als ook de te ontwikkelen gebieden Hengstven en Brokkenbroek liggen in deze ecologische structuur nabij het Noorderbos. Het Noorderbos vormt op zijn beurt weer een belangrijke schakel naar het westelijker gelegen Huis ter Heide dat bereikbaar is via de natuurbrug die over de N261 is aangelegd.  In de open terreinen van het Noorderbos liggen kansen voor de ontwikkeling van voortplantings-wateren. De bosranden bieden goede kansen voor het zogenoemde landhabitat, dat boomkikkers onder andere gebruiken om te zonnen. Bij de geplande ontwikkelingen geldt de boomkikker als ‘ambassadeursoort’. Als hij in een gebied weet te overleven, dan leert de ervaring dat dat ook geldt voor een groot aantal andere bedreigde diersoorten.

Inrichtingsplan

Wateren In het Noorderbos zullen zes voortplantingswateren voor de boomkikker aangelegd worden. Vanuit deze wateren klinkt op warme voorjaarsavonden de kenmerkende roep van de mannetjes “kè-kè-kè- kè-kè-kè” om vrouwtjes te lokken. Na de voortplanting ontwikkelen de eieren zich tot kikkervisjes. Na 2 tot 3 maanden komen de kleine boomkikkertjes massaal aan land. Grote, ondiepe wateren met zacht glooiende oevers die snel opwarmen, vormen de ideale voortplantingswateren voor de boomkikker. Zes van dergelijke wateren worden in het Noorderbos ontwikkeld.  Poelen en honden Omdat opgroeiende boomkikkers erg kwetsbaar zijn, is het van belang dat er geen verstoring in de wateren plaatsvindt. Daarom is het niet de bedoeling dat honden gaan zwemmen en spelen in de zes boomkikkerwateren.  Bosranden en struwelen De boomkikker is een echte warmteminnaar. In de lente en de zomer zoeken de dieren warme, zonnige plekjes uit in bomen en struiken. Een geleidelijke overgang in bosranden (van bomen, naar struweelrijke ‘mantel’, naar kruidenrijke ‘zoom’) zorgt er voor dat er een aangenaam microklimaat ontstaat. Het is er in vergelijking met een open bosrand warmer en vaak ook vochtiger. Bovendien vormen de bloeiende en bes-dragende struwelen een goede voedselbron voor allerlei dieren. Als laatste zijn dergelijke randen ideaal als dieren zich veilig over grotere afstanden willen verplaatsen. Ze kunnen bij onraad gemakkelijk in de dichte begroeiing vluchten. De kans dat ze op eigen kracht nieuwe leefgebieden kunnen ontwikkelen neemt dan toe. Ook goed ontwikkelde braamstruwelen in de directe omgeving van de voortplantingswateren vormen belangrijke elementen in het landhabitat van boomkikkers. Naast de ontwikkeling van de voortplantingswateren, wordt in het Noorderbos dan ook geïnvesteerd in ontwikkeling van bosranden en struwelen. Hiervoor worden op strategische plekken bomen gekapt, takkenrillen aangelegd en struwelen aangeplant. Direct na uitvoering van de werkzaamheden kan het er kaal uitzien, juist op plekken waar bomen gekapt zijn. Deze maatregelen zorgen er echter voor dat struwelen de kans krijgen weelderig uit te groeien, waardoor een prachtige overgang ontstaat met bloeiende en bes-dragende struiken|een walhalla voor insecten, vogels en amfibieën. Gevarieerde bosranden zijn ook voor de wandelaar zeer aantrekkelijk om te zien, zeker als we er in de toekomst af en toe een boomkikker tegen kunnen komen.