Gepubliceerd op 24-09-2020 door Kees Mudde in Actueel, Vredelust-Heidepark
Half september zijn in de poel in de hoek waar de Gilzerbaan en het Bels lijntje elkaar kruisen werkzaamheden uitgevoerd om de watercrassula te bestrijden.
De watercrassula (Crassula helmsii) is een oeverplant oorspronkelijk afkomstig uit Australië die in een korte tijd een stilstaand of licht stromend water kan domineren.
De plant kun je herkennen door het jaarrond groen uiterlijk en roze/witte bloempjes boven op de stengel in de bloeimaand juli tot september. De watercrassula vormt als het ware een ‘groene deken’ op en langs de oever en in het water.
De plant kent een invasief karakter dat wil zeggen dat de plant in een korte tijd zich vaak kan vermenigvuldigen. De plant vestigt zich op de oever en groeit zowel boven als onder water door. Door het invasieve karakter verdringt het andere inheemse plantensoorten en vormt een plantenlaag boven op het water. Door het verdringen van deze planten trekken amfibieën, libellen en andere soorten organismen uit de poel. Ook kan de plant met maar één plantdeel van 1 cm een andere poel besmetten. Vanwege de vele poelen in het gebied is het noodzaak om de besmette poel zo snel mogelijk te behandelen.
De plant wordt in verschillende delen van Nederland al jarenlang op diverse methodes bestreden. Eén van de meest effectievere methode is het afgraven van de plant en het inzaaien van inheemse oeverkruiden. De plant is vanaf 0,5 meter in de poel tot 3 meter op de oever aangetroffen. Zekerheidshalve is daarom een strook van 4 meter breed afgegraven rondom de gehele poel.
De wortels van de watercrassula zijn tot 5 cm lang en daarvoor is er om zeker te zijn tot op 10 cm diep afgegraven. Het afgegraven gedeelte is op droge grond nabij de poel gedeponeerd. Een kenmerk van de watercrassula is dat de plant vocht nodig heeft om zich te kunnen vermeerderen. Het is de bedoeling dat de afgegraven watercrassula op de droge grond afsterft.
Foto: Ontgraven oever
De werkzaamheden zijn specialistisch en nauwkeurig werk. De kleinste achtergebleven plantdelen van de watercrassula kan gemakkelijk, vanwege de hele dunne wortels op de stengels uitgroeien tot nieuwe planten en vormen hierdoor opnieuw een besmette poel.
Nadat de oever van de poel ontgraven is, is er een nieuwe leemlaag aangebracht. Deze leemlaag is gereed gemaakt voor inzaaien. Vervolgens is een kruidenmengsel speciaal voor natte gronden met inheemse oeverkruiden die bekend staan goed te kunnen concurreren met watercrassula zoals watermunt, veelstengelig waterbies, pilvaren en knolrus ingezaaid.
Vanaf de maand mei in 2021 zou je de genoemde planten in volle bloei bij de poel moeten kunnen aanschouwen. Hierdoor zou de watercrassula geen kans van slagen moeten hebben. Monitoring op de watercrassula is van toepassing op alle poelen van de Tilburgse bossen / het Stadsbos013.
Foto: Ingezaaide oever